top of page

KOM TOT INKEER, WANT HET KONINKRIJK VAN DE HEMEL IS NABIJ!



Kom tot inkeer, want het Koninkrijk van de hemel is nabij! Matteüs 3:2.


Word wakker! Kom tot inkeer! Het Koninkrijk is aanstaande! Niet zomaar een koninkrijk, maar een machtig Koninkrijk. Een Koninkrijk waar Jeshua en Zijn leerlingen de mond vol van hebben. Het bekende gezegde ‘waar het hart vol van is, loopt de mond van over’ [Lucas 6:45] is hier goed op van toepassing. Het is een Koninkrijk waar de Bijbel vol van staat, zowel het Eerste als het Tweede Verbond. Het zal een Koninkrijk zijn met groot gezag, beroemd in de gehele wereld!


Jeremia 33:9Jeruzalem zal Mij weer vreugde geven en Mij lof en roem brengen bij alle volken op aarde. Die zullen horen hoeveel geluk en voorspoed Ik Jeruzalem schenk, en huiveren van ontzag.


Jesaja 61:9Hun kinderen zullen beroemd zijn bij alle volken, heel de aarde kent hun nageslacht. Dan zullen allen die hen zien erkennen: 'Dat zijn de kinderen die de HEER heeft gezegend.'


Machtige volken en natiën zullen optrekken naar dit Koninkrijk. Ze zullen sidderen als ze van dit Koninkrijk horen en erover spreken [Micha 7:17]. Volken zullen daar samenkomen met groot ontzag en in aanbidding neerbuigen [Jeremia 3:17]. Recht en gerechtigheid zal heersen in dit Koninkrijk [Jesaja 9:6, NBV21]. Het zal een Koninkrijk zijn als nooit tevoren.


Jesaja 2:2-3Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: 'Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.' Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.


Zacharia 8:22Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en Zijn gunst af te smeken.


Psalm 2:10-11Daarom, koningen, wees verstandig, wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. Onderwerp u, toon de Heer uw ontzag, breng Hem bevend uw hulde.


Word wakker! Wees waakzaam [Matteüs 24:42]! Laat jezelf niet indutten. Laat je geest niet meesleuren in die ‘geest van diepe slaap’ [Jesaja 29:10; 2 Tessalonicenzen 2:11; Jesaja 47:7]. Hier heb je zelf een keuze in: ‘Laat Hij jullie niet slapend aantreffen wanneer Hij plotseling komt’ [Marcus 13:36]. Stop met stil zijn, zwijg niet langer [Jesaja 62:1]! Hou op met de kritische houding en dat vingertje, wijzend naar Israël. Weet dat Vader, de God van Israël, zich de afkeurende blikken jegens Zijn volk persoonlijk aantrekt. ‘Ik brand van liefde voor Sion; met vurige liefde neem Ik het op voor Jeruzalem’ [Zacharia 8:2].


Met hart en ziel is Vader bezig om Zijn volk te herstellen en terug te laten keren [Jeremia 32:41]. De God van Israël is wonderbaarlijk aan het handelen [Micha 7:15; Exodus 3:20]. Als je het wil, kun je het met eigen ogen zien [Openbaring 3:18]. Als Vader het met hart en ziel doet

en wij gelovigen beweren Hem te volgen, moeten wij het dan ook niet met hart en ziel doen en het ons persoonlijk aantrekken?


Jesaja 29:14Daarom zal Ik opnieuw wonderen verrichten voor dit volk, indrukwekkende wonderen en grootse daden.


Jesaja 52:10De Heer ontbloot Zijn heilige arm ten overstaan van alle volken, en de einden der aarde zien hoe Israëls God redding brengt.


De opdracht


Het hoorde bij de opdracht van Jeshua om Zijn volk bekend te maken met het Koninkrijk. Als Hij begint rond te trekken in Israël, inclusief Judea en Samaria, van stad tot stad en van dorp tot dorp, spreekt Hij voortdurend en uitvoerig over het komende Koninkrijk. Hij is niet te stoppen. Zowel Zijn leerlingen als later Paulus en velen anderen, volgden Zijn voorbeeld:


Lucas 8:1Kort daarop begon Hij rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het Koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden Hem.


Matteüs 9:35 [NBV21] – Jeshua trok rond langs alle steden en dorpen, Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal.


Matteüs 10:6-7Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israël. Ga op weg en verkondig: "Het koninkrijk van de hemel is nabij."


Handelingen 28:23Van de ochtend tot de avond legde Paulus getuigenis af en sprak hij uitvoerig met hen over het Koninkrijk van God


Koninkrijk?


Wat is dat ‘Koninkrijk’? Als je bovenstaande gelezen hebt, zou je al een vermoeden kunnen hebben. Ook zonder het gelezen te hebben, zou het gek zijn als je het niet weet. De Bijbel spreekt hier namelijk constant over. Ik zal je toch even helpen herinneren: het Koninkrijk van God is het komende Koninkrijk Israël, waar de troon van David staat. Jeshua zal Koning zijn van dit Koninkrijk. Het zal een fysiek Koninkrijk zijn, op aarde [Matteüs 6:10; Psalm 115:16], niet in de hemel. Het zal een duizendjarig rijk zijn, met Jeruzalem als hoofdstad en Hij zal vanuit daar regeren.


Johannes 1:49‘Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël!'


Micha 4:2Vanaf de Sion klinkt Zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.


Lucas 1:33Tot in eeuwigheid zal Hij (Jeshua) Koning zijn over het volk van Jakob en aan Zijn koningschap zal geen einde komen.


Openbaring 5:10U hebt voor onze God uit ons (Israël) een Koninkrijk gevormd en ons tot priesters gemaakt. En wij (Israël) zullen als koningen heersen op aarde.


Jesaja 9:6 [NBV21] – Groot is de heerschappij en zonder einde de shalom voor de troon van David en voor Zijn Koninkrijk; ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig. De Heer van de hemelse machten brengt dit in Zijn vurige liefde tot stand.


Jeshua zal met gezag en autoriteit heersen vanuit Sion en dat zal overal op aarde merkbaar en voelbaar zijn. Hij zal een verstandig beleid voeren [Jesaja 11:2] en regeren met een ijzeren staf [Openbaring 12:5, 19:15]. Hij zal het opnemen voor Zijn volk en zij zullen door alle volken met eer en roem overladen worden [Sefanja 3:20]. De volken kunnen er niet meer omheen en zullen zich moeten conformeren aan de God van Israël. Op aarde zal Zijn wil gedaan worden. Het Joodse volk, verlost van zonden [Handelingen 5:31], zal éindelijk genieten van hun Messias, van de rust en shalom van dit geweldige Koninkrijk!


Jesaja 32:18Mijn volk zal wonen in een oase van shalom, een veilige woonplaats een oord van ongestoorde rust.


Ezechiël 39:21Ik zal Mijn grootheid onder alle volken doen gelden. Ze zullen zien hoe Ik ze straf en hoe Ik ze mijn wil opleg.


Daniel 7:27Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de hoogste God. Zijn Koningschap is een eeuwig Koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen."


Jeremia 23:5-6 De dag zal komen – spreekt de HEER – dat Ik aan Davids stam een rechtmatige Telg laat ontspruiten, die als Koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en zal Israël veilig wonen. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”.


Ook na de duizend jaar zal er op aarde [Openbaring 21:3] een nieuw, hemels Jeruzalem, de bruid van het Lam, vanuit de hemel neerdalen en zal het Koningschap van Jeshua overgedragen worden aan Zijn Vader [Zacharia 14:9]:


Openbaring 21:9-10 – ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam.' Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de Heilige stad Jeruzalem zien, die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan (het hemelse Koninkrijk).


Openbaring 21:12Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen.


Medeburgers


Het is goed je te realiseren dat wij, gelovige uit de heidenvolken, medeburgers worden van het burgerschap van Israël. ‘Zo bent u (heidenen) dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar medeburgers, net als de heiligen (de joden) en huisgenoten van God.’ [Efeziërs 2:19, HSV]. Het gaat hier dus om een burgerschap dat verbonden is aan een koninkrijk. Dat is ook wat Paulus bedoeld met het burgerschap, van het Koninkrijk Israël! We mogen genieten en meedelen in dát Koninkrijk. ‘Van dat evangelie ben ik een dienaar geworden…’ [Efeziërs 3:7].


Efeziërs 3:6De heidenen delen door de Messias Jeshua ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie.


Of toch niet?


Straks als de bazuin zal klinken, zullen we worden ‘opgenomen’ en gaan we in een oogwenk Jezus tegemoet. We flitsen zonder omweg richting de hemel. Straks gaan we samen met Hem het bruiloftsfeest vieren, in de hemel, tussen de bruid en Bruidegom: de kerk en Jezus Christus. Straks zullen we tot in de eeuwigheid feest vieren, Hem lovend en prijzen op onze knieën met onze handen gevouwen en ogen dicht. Straks mogen we éindelijk genieten van ons hemelse appartementje dat Jezus voor ons in gereedheid heeft gebracht. Toch?


Oh nee, toch niet…


Het zal schokkend zijn voor vele christenen als ze tot de ontdekking komen, wanneer de shofar klinkt, dat ze niet de hemel als eindbestemming hadden moeten kiezen, maar Jeruzalem [Jesaja 27:13; Matteüs 24:31; 1 Tessalonicenzen 4:16] en dat niet de kerk ‘de bruid van Christus’ is, maar Israël de enige en rechtmatige bruid van de Messias is [Jesaja 62:4; Jesaja 54:5]. Het is net alsof je heerlijk ligt te slapen en ruw wakker wordt geschud uit een heerlijke ‘hemelse’ droom en tot de ontdekking komt dat de vork toch nét iets anders in de steel zit.


Schokkend is het als je, wanneer het te laat is en de Bruidegom zijn opwachting maakt, tot de ontdekking komt dat je niet een first-class ticket had moeten kopen richting de hemel, maar dat de eindbestemming toch Sion en Jeruzalem had moeten zijn [Jesaja 25:6-9]. Hadden we nou toch maar die extra olie aangeschaft, waar we in Matteüs 25 zo duidelijk voor gewaarschuwd worden.


Lucas 18:31 [NBV21] – ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat door de profeten over de Mensenzoon geschreven is zal daar plaatsvinden.’


Extra olie


Matteüs 25:1-13 – Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: "Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet." Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: "Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit." De wijze meisjes antwoordden: "Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie." Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: "Heer, heer, laat ons binnen!" Maar hij antwoordde: "Ik ken jullie werkelijk niet." Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.


Bovenstaand Bijbelgedeelte is voor veel mensen een welbekend stuk. Door menig bijbelgeleerden uitgelegd op veel verschillende manieren. Eén daarvan is de opnameleer: de gemeente zijn de wijze meisjes, want zij beschikken over die ‘extra olie’. De Bruidegom komt zijn gemeente ophalen voor de eeuwige heerlijkheid, om samen feest te vieren in de hemel. De gemeente is ten slotte de bruid van Christus. Die zitten dus gebakken en kunnen hún bruiloftsfeest binnengaan.


Voor de dwaze meisjes is het helaas afzien, want zij zullen de grote verdrukking meemaken. Zij waren niet ‘waakzaam’ en misten de leiding van de Geest op het moment dat de Bruidegom Zijn opwachting maakte. Ze zullen niet worden opgenomen om het hemelse bruiloftsfeest te vieren.


Toch wil ik hier een andere lamp op laten schijnen. Zou het niet zo kunnen zijn dat het verhaal van de tien meisjes niet over jou en je plaatselijke kerk of gemeente gaat, maar dat het júist gaat over het komende Joodse bruiloftsfeest?


Ik wil je graag meenemen naar een andere kijk op het verhaal van de tien meisjes: de tien meisjes zijn de bruiloftsgasten, de gelovigen uit de heidenvolken. De vijf wijze meisjes waren op de hoogte van het bruiloftsfeest! Zij weten dat de Bruidegom hen komt ophalen om ze mee te nemen naar Jeruzalem: “Daar is de Bruidegom! Kom, ga Hem tegemoet” [Matteüs 25:6]. Dat is de extra olie: de wetenschap dat Jeshua de Bruidegom is en dat Israël Zijn bruid is. Wij, de gelovigen uit de heidenvolken, gaan met Hem mee om het bruiloftsfeest mee te vieren.


Matteüs 25:10… en zij die klaarstonden gingen met Hem naar binnen voor het bruiloftsfeest.


Openbaring 19:7Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven! Want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn bruid staat klaar.


De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar misten de extra olie [Matteüs 25:3]. Zij namen het niet zo nauw met Israël: “Ik heb niet zoveel met Israël”, “Israël is maar een lastig thema binnen onze gemeente”, “God heeft Israël niet meer apart gezet”, “de kerk is nu het volk van God, de bruid van Christus” [Jeremia 33:23-26]. Helaas moet ik je teleurstellen dat de Bijbel, het Woord van Vader, een totaal ander verhaal vertelt in zowel het Eerste als het Tweede Verbond. Uiteindelijk zagen de dwaze meisjes in dat de wijze meisjes tóch gelijk hadden en vroegen zij of ze alsnog konden meedelen in de extra olie: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” Helaas was het te laat en stonden de dwaze meisjes voor een gesloten deur en de Bruidegom zei: “Ik ken jullie werkelijk niet” [Matteüs 25:12].


Matteüs 7:21-23 [NBV21] – Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het Koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van Mijn hemelse Vader. Op die dag zullen velen tegen Mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet in uw naam vele wonderen verricht?” En dan zal Ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, onrechtplegers!”


Inmiddels ben ik alweer bijna vijf jaar getrouwd met mijn lieve vrouw Noa. Ik zou me geen leven meer kunnen voorstellen zonder haar. Het voordeel van zo kort getrouwd zijn is dat ik me de dag van ons trouwen nog goed kan herinneren. Ik weet nog goed dat het een heel gepuzzel was hoe de dag eruit zou komen te zien en dat we druk bezig waren met de uitnodigingen. Stel je voor: Noa en ik hebben onze bruiloftsgasten allemaal een uitnodiging gestuurd en één van de genodigden komt naar me toe en zegt: ‘Eth, bedankt voor de uitnodiging! Ik heb er echt hartstikke zin in. Ik zie er naar uit om het bruiloftsfeest te vieren. Ik moet je wel iets bekennen. Jij bent een goede vriend van mij en ik mag je graag, maar Noa, ze ziet er leuk uit, maar eerlijk gezegd; met haar heb ik niet zoveel.’ Wat denk je dat ik zou zeggen? Ik zou hem of haar eerlijk en oprecht vragen: ‘Als je niks met Noa hebt, wat heb je dan op onze bruiloft te zoeken?’ Ik zou zonder omhaal van woorden mededelen dat hij of zij niet welkom is op onze bruiloft.


Zo is het ook met de ‘extra olie’. Het hart van de Vader gaat uit naar Zijn volk [Hosea 14:5]. De Messias komt ook terug voor Zijn volk. Hij gaat met Israël trouwen! Hij zal haar als Zijn bruid tot zich nemen [Hosea 2:18-19, HSV]. Heb je niks met dat volkje Israël? Dan is de simpele vraag: wat heb je dan op het bruiloftsfeest van Jeshua en Zijn volk Israël te zoeken?


De Vader brandt van liefde voor Jeruzalem en Sion [Zacharia 1:14]. Hij is opgestaan om zich over Sion te ontfermen [Psalm 102:14; Jesaja 33:10]. Vader gaat in haar midden wonen [Zacharia 2:14], Hij zal Zijn land herstellen [Amos 9:11; Ezechiël 36:33-36] en Zijn kinderen, Israël, thuisbrengen [Ezechiël 11:17; Jesaja 35:10]. Hij sluit met hen een nieuw verbond [Jeremia 31:31-34], een bevestiging van het verbond dat Hij sloot met Abraham. Hij zal al Israëls zonden vergeven en nooit meer aan hun zonden denken [Micha 7:19; Jeremia 31:34]. Hij zal Israël als Zijn vrouw tot zich nemen, door liefde en ontferming [Hosea 2:21-22]. Hij móet zich over Zijn volk ontfermen [Jeremia 31:20; Ezechiël 39:25], Zijn duifje [Psalm 74:19], Zijn oogappel [Zacharia 2:12], Zijn parel [Ezechiël 20:6], Zijn lieveling [Psalm 83:4]. Vader keert terug naar Sion [Zacharia 1:16]! Vader verlangt naar Zijn volk [Jesaja 62:4]. Hij houdt van haar [Jesaja 43:4].


Als je deze Bijbelse woorden leest, voel je dan de diepe liefde en verbondenheid met het Joodse volk? Zie je uit naar de wonderbaarlijke daden en machtige wonderen die de God van Israël met Zijn volk gaat doen? Zie jij Israël als je oudere Joodse broer? Durf jij te zeggen dat je samen met Hem opstaat om het op te nemen voor Jeruzalem en Sion? Realiseer jij je dat je een medeburger wordt van het burgerschap van Israël? Dat Israël niet bij ons komt, maar wij júist bij hen? Zie je uit naar het komende Koninkrijk Israël, waar Jeshua Koning van zal zijn? Durf jij te zeggen, zonder schaamte, dat je van Israël houdt? Wil jij gehoorzaam zijn aan de opdracht die Vader ons geeft [Genesis 12:3, HSV] om Zijn volk te zegenen, zonder er zelf iets voor terug te verwachten en niet meer te zwijgen omwille van Sion en Jeruzalem? Dat is die extra olie! De liefde en kennis, gegeven door Zijn Geest, voor Zijn volk Israël.


De reserveolie is als het ware de uitnodiging. Vader heeft ons, door middel van Zijn Woord – de Bijbel – uitgenodigd voor de komende Joodse bruiloft die op de planning staat. Nu is alleen de vraag: wil jij die uitnodiging lezen en begrijpen of blijft het slechts van horen zeggen, gereduceerd tot een zondagse preek?


Lucas 16:16De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen.


Zie je bij jezelf overeenkomsten met de dwaze meisjes? Dan wil ik je aanraden: ga nu alvast opzoek naar die extra olie. Nu kan het nog. Nu ben je nog niet te laat. Zorg ervoor dat je straks niet voor een gesloten deur staat…


Lucas 12:35Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend.


Matteüs 24:44Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.


Sla acht op de woorden van de God van Abraham, Isaak en Jakob, de God van Israël. Laat je niet misleiden [Matteüs 24:4]! Ga niet zitten toekijken, maar zie uit naar het komende Koninkrijk! Zie uit naar het handelen van Vader, Zijn wonderbaarlijke daden. Lees Zijn woord, lees de Profeten [2 Petrus 3:1-2], zonder het van tevoren zelf in te vullen, maar laat Vader het voor je invullen. Laten we gehoor geven aan onze opdracht als gelovigen uit de volken, als wachters:


Jesaja 48:20Verkondig dit met luid gejuich, laat het horen, laat weten tot aan de einden der aarde: De Heer koopt Zijn dienaar Jakob vrij!


Jeremia 31:10-11Volken, luister naar de woorden van de Heer, vertel het verder op de verste eilanden: Hij die Israël verstrooid heeft, zal het samenbrengen en het hoeden, zoals een herder zijn kudde. Want de Heer heeft Jakob vrijgekocht. Hij bevrijdt het uit de hand die sterker was dan zij.


Jesaja 52:8-10Hoor! Je wachters verheffen hun stem, samen barsten ze uit in gejuich, want ze zien het met eigen ogen: de HEER keert terug naar Sion. Breek uit in gejubel, ruïnes van Jeruzalem, want de HEER troost Zijn volk, Hij koopt Jeruzalem vrij. De HEER ontbloot Zijn heilige arm, ten overstaan van alle volken, en de einden der aarde zien hoe Israëls God redding brengt.


Jesaja 62:1Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil!


Want nog even, en dat zal NIET lang meer duren, dan zegt Vader: ‘HIER BEN IK!’ [Jesaja 52:6].


Psalm 98:9Want Hij is in aantocht als rechter van de aarde.


Ethnan Thomas, april 2023

1.100 weergaven2 opmerkingen
bottom of page