top of page

Gods woonplaats

De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: `Dit
is, voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang Ik te wonen. Ik zal
Sion met voedsel zegenen, de armen brood geven in overvloed en
de priesters met eer bekleden. Zijn getrouwen zullen juichen van
vreugde. Hier breng Ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek Ik
een lamp voor mijn gezalfde. Zijn vijanden bekleed Ik met schan-
de, maar op zijn hoofd schittert een kroon.' (Psalm 132:13-18)

`Jubel, Sion, en verheug je, want Ik kom in jouw midden wo-
nen ­ spreekt de HEER. Er komt een tijd dat vele volken zich bij
Mij zullen aansluiten. Zij zullen mijn volk zijn, en bij jou, Sion,
zal Ik wonen.' Dan zullen jullie inzien dat de HEER van de he-
melse machten Mij naar jullie gezonden heeft. Op heilige grond
zal de HEER het volk van Juda voorgoed in bezit nemen en op-
nieuw zal Hij Jeruzalem uitverkiezen. Wees stil voor de HEER,
al wat leeft, want Hij komt uit zijn heilige woning naar buiten.
Zacharia 2:14-17

​

`Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik brand van liefde
voor Sion; met vurige liefde neem Ik het op voor Jeruzalem. Dit
zegt de HEER: Ik keer terug naar de Sion en kom in Jeruzalem
wonen. "Stad van trouw" zal Jeruzalem heten, en de berg van de

HEER van de hemelse machten "Heilige berg". Dit zegt de HEER
van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van
Jeruzalem oude mensen zitten, steunend op hun stok vanwege
hun hoge leeftijd, en de straten zullen krioelen van de spelende
kinderen.
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ook al lijkt het jullie,
die van dit volk nog over zijn, nu onmogelijk, waarom zou het
voor Mij onmogelijk zijn? ­ spreekt de HEER van de hemelse
machten. Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik zal mijn
volk bevrijden uit het land waar de zon opkomt en het land waar
de zon ondergaat en hen naar Jeruzalem brengen. Daar zullen ze
wonen. Zij zullen mijn volk zijn en Ik hun God, in onwankelbare
trouw.

Zacharia 8:2-8

​

De HEER brult vanaf de Sion, Hij gromt vanuit Jeruzalem, zo-
dat hemel en aarde beven. Maar voor zijn volk is de HEER een
toevlucht, Israël biedt Hij bescherming. Dan zullen jullie inzien
dat Ik, de HEER, jullie God, woon op de Sion, mijn heilige berg.
Jeruzalem zal een heilige stad zijn; vreemden zullen er niet meer
binnengaan.
Dan, in die tijd, zal de wijn van de bergen druipen en de melk van
de heuvels vloeien; alle waterstromen van Juda zullen bruisen,
en in het huis van de HEER ontspringt een bron die zelfs het
droogste woestijndal bevloeit. Maar Egypte wordt een woestenij
en Edom een kale woestijn, om hun misdaden tegen Juda, om
het onschuldig bloed dat ze daar hebben vergoten.
Nooit gaat Juda ten onder en Jeruzalem blijft altijd bewoond.
Zou Ik die bloedschuld niet wreken? O zeker zal Ik die wreken!
Want de HEER woont op de Sion.

Joël 4:16-21

bottom of page