Over Samaria en Judea (zgn. 'Westelijke Jordaanover')
"Bergen van Israël, luister naar de woorden van de HEER! Dit
zegt God, de HEER: Vol leedvermaak heeft de vijand geroepen:
`Die oeroude bergen zijn nu van ons!'" Profeteer daarom het volgende: "Dit zegt God, de HEER: Toen jullie verwoest waren, aasden de volken om je heen op jullie. Jullie gingen over de tong en er werd over jullie gekletst...
Dit zegt God, de HEER: In het vuur van mijn hartstocht klaag
Ik Edom en al die andere volken aan. Hun hart was vol vreugde
en hun ziel vol verachting toen ze mijn land in bezit namen en
er de weidegronden buitmaakten." Daarom moet jij profeteren
over het land van Israël. Zeg tot de bergen en tot de heuvels, tot
de rivierbeddingen en tot de dalen: "Dit zegt God, de HEER: Ik
spreek met hartstocht en woede! jullie zijn vernederd door an-
dere volken, en daarom zegt God, de HEER zweer Ik dat de
volken om je heen zelf vernederd zullen worden. Maar, bergen
van Israël, jullie bomen zullen weer uitlopen en vrucht dragen
voor mijn volk Israël, want dat zal spoedig terugkeren.
Ik zal Mij naar jullie toewenden, en jullie zullen weer worden be-
werkt en ingezaaid. Ik zal veel mensen op je laten wonen, heel
het volk van Israël, en de steden zullen weer worden bewoond, de
puinhopen weer worden opgebouwd. Er zullen veel mensen en
dieren op je wonen, ze zullen talrijk en vruchtbaar zijn, en jullie
zullen weer even dichtbevolkt zijn als in het verleden. Ik zal zorgen dat het jullie beter gaat dan vroeger, en jullie zullen beseffen
dat Ik de HEER ben. Er zullen weer mensen over je paden gaan:
mijn volk Israël zal jullie weer in bezit nemen, jullie worden voor-
goed hun eigendom...
​
Ezechiël 36:1-3,5-12