top of page

HET BEEST EN ZIJN BEELD

Bijgewerkt op: 13 mei 2023

[Dit is een geactualiseerde versie van de weblog die eerder in mei 2020 op deze site verscheen]

Algemene Vergadering van de Verenigde Naties


Profetieën zijn soms moeilijk te begrijpen. Niettemin is het van groot belang om ze voortdurend te bestuderen, zo leert Petrus [2 Petrus 1:19]. Dat lijkt de engel, die Johannes de openbaring over de eindtijd bekend maakt, ook te willen zeggen. Johannes moet die profetie namelijk niet geheim houden, want – zo zegt de engel – de tijd is nabij [Openbaring 22:10].


In deze Bijbelstudie wil ik stilstaan bij één van die profetieën die Johannes te horen en te zien krijgt: de openbaring over een beest dat uit de zee opkomt, over een tweede beest dat uit de aarde oprijst, wiens getal 666 is, en over een beeld dat tot leven wordt gewekt. We lezen daarover in Openbaring 13. Het is een hoofdstuk waar al veel over geschreven en gespeculeerd is en ook ik waag het hierover iets te schrijven, en dan met name over het tweede beest en zijn beeld, maar dan vanuit wachtersperspectief.


In het hoofdstuk hiervoor lezen we dat Satan – die wordt voorgesteld als een grote, vuurrode draak – met zijn engelen op de aarde wordt geworpen. Er is voor hen geen plaats meer in de hemel. Eenmaal op aarde, probeert Satan Gods volk – dat wordt voorgesteld als ‘een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd’ – te vernietigen. Satan wil dat volk, uit wie de Messías is voortgekomen, en hen die ‘bij het getuigenis van ​Jeshua​ blijven’ vernietigen [Openbaring 12:17]. Het hoofdstuk eindigt ermee dat Satan op het strand bij de zee gaat staan, wachtend op zijn handlanger. En daar begint het hoofdstuk dat ik in deze studie wil bespreken.


Het beest uit de zee


Johannes ziet een beest oprijzen uit de zee. Het heeft zeven koppen en tien horens en op elke horen een kroon. Op de zeven koppen – waarvan één met een dodelijke verwonding die evenwel geneest – staan godslasterlijke namen. Het beest lijkt op een panter, maar heeft de poten van een beer en de muil van een leeuw. Van Satan krijgt het de heerschappij en het gezag overgedragen over alle landen en volken. Het beest lastert de Allerhoogste en voert strijdt tegen Zijn volk.


Vijf eeuwen vóór Johannes, kreeg Daniël een vergelijkbaar visioen [Daniël 7; Daniels-visioen-over-de-vier-dieren]. Toen rezen vier grote dieren op uit de zee, waarvan de eerste op een leeuw leek, de tweede op een beer en de derde op een panter. Het vierde dier, dat met geen enkel dier uit het dierenrijk was te vergelijken, was afschrikwekkend en verslond en vertrapte alles wat op zijn pad kwam. Het had ook tien horens op zijn kop. Daartussen kwam een nieuwe horen op, met ogen en een mond vol grootspraak en godslasteringen. Het kreeg de heerschappij over vele landen en volken en voerde strijd tegen Gods volk. Daniël krijgt te horen dat die vier grote dieren duiden op vier mogendheden. Het zijn het Babylonische rijk, het rijk van de Meden en de Perzen, het Grieks-Macedonische rijk en het Romeinse rijk, met inbegrip van de rijken die daaruit zijn voortgekomen.


Het beest (met de zeven koppen) dat Johannes uit de zee ziet opkomen, heeft alle kenmerken van de vier grote dieren (met in totaal zeven koppen) die Daniël uit de zee ziet oprijzen. Het beest staat dan ook voor dezelfde mogendheden als waar de vier dieren uit het visioen van Daniël voor staan.


In zijn visioen, ziet Daniël hoe het vierde dier (het Romeinse rijk en de Europese mogendheden die daaruit zullen opstaan) wordt gedood omwille van die ene horen (nazi-Duitsland). De andere wereldrijken wordt wel hun macht ontnomen, maar zij krijgen nog enige tijd van leven [Daniël 7:11-12].


Met de macht die de wereldbeheersers wordt ontnomen, wordt niet zozeer gedoeld op de macht die ze hadden binnen hun imperium, maar op de macht die ze hadden over Gods volk, voor zolang God dat toestond, voor ‘één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd[Daniël 7:25]. Maar uit Daniël 12:7 weten we dat aan die tijd een einde is gekomen toen ‘de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld’ kon worden. Feitelijk was dat op 14 mei 1948 – drie jaar en zeven dagen na de capitulatie van nazi-Duitsland – toen de Staat Israël werd geproclameerd. In één dag werd een land gebaard, in één keer werd een natie geboren [Jesaja 66:7]. Aan de grote verdrukking, waaraan het volk bijna tweeduizend jaar was overgeleverd, was voorgoed een einde gekomen [Lucas 19:41-44, 21:20-24; Amos 9:14-15; Geen-tweede-keer].


Zou de diepe wond aan één van de zeven koppen van het beest niet een metafoor zijn van het dodelijke letsel dat de Tweede Wereldoorlog aan het West-Europese continent heeft toegebracht?


En zou het verval van de Europese suprematie na de Tweede Wereldoorlog niet de vervulling zijn van het beeld dat het vierde dier wordt gedood vanwege ‘de horen met ogen en een mond vol grootspraak die er groter uitzag dan de andere[Daniël 7:20] oftewel vanwege de onbeschrijflijke gruweldaden die nazi-Duitsland heeft begaan, in het bijzonder jegens Gods volk?


Vaststaat in elk geval dat met de wedergeboorte van Israël in 1948 en de bevrijding van Jeruzalem in 1967 het aan één van de koppen dodelijk verwonde beest geen macht meer heeft over het Joodse volk, omdat ‘de tijd van de heidenen voorbij is[Lucas 21:24; Hosea 6:2].


Het beest uit de aarde


Openbaring 13:11 – Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens, net als een lam, en het sprak als een ​draak.


Om beter te begrijpen om wie het gaat bij het tweede beest, springen we naar het laatste vers van ons hoofdstuk.


Openbaring 13:18 – Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.


Vaak wordt het getal 666 geïnterpreteerd met behulp van een wiskundige benadering van letters, de zogenaamde gematria, die ook in de tijd van Johannes veel werd toegepast. Met gematria worden woorden omgezet in getallen en getallen in woorden, met de bedoeling verborgen verbanden tussen verschillende begrippen te ontdekken. In de Joodse mystiek, de kabbala, wordt gematria toegepast, maar ook in het moderne occultisme. Gematria wordt tevens gebruikt met het Griekse alfabet.


Velen hebben eindeloos de getalswaarde van allerlei namen zitten berekenen om er achter te komen wie met het tweede beest bedoeld wordt. Zo ontdekte men dat de namen van Nero en Hitler de getalswaarde 666 hebben. En ja, beiden hebben het slechtste in de mens laten zien en waren onmiskenbaar voorafschaduwingen van het beest. Toch wordt met het beest niet gedoeld op deze tirannen, om meerdere redenen. De belangrijkste daarvan is dat zij aan het hoofd stonden van rijken waarvoor het eerste beest symbool staat.


Maar zou, afgezien daarvan, met het beest dat uit de aarde opkomt wel gedoeld worden op een individu, op één specifiek mens? Zou het hier niet veel meer gaan om dé mens, zoals die zich aan het einde van de wereldtijden zal laten kennen: rebellerend tegen zijn Schepper?


2 Tessalonicenzen 2:9 – De komst van de wetteloze mens is het werk van Satan​ en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen.


Bijna goddelijk


Eerst nog iets over het getal 666. In de Bijbel ziet het getal 7 dikwijls op een volmaaktheid of een kwalitatieve volheid [Leviticus 23:34; Jozua 6:4-5; 2 Koningen 5:10-14; Openbaring 8:2]. Zo rustte God op de zevende dag van Zijn scheppingswerk: de Sabbat, en heiligde Hij die dag [Genesis 2:3], zodat ook mens en dier hun rust zouden krijgen. Op eenzelfde manier heiligde God het zevende jaar, opdat ook het land na zes jaar zou kunnen rusten: het Sabbatsjaar [Leviticus 25:1-5]. En na zeven Sabbatsjaren, na negenenveertig jaar, heiligde God ook het vijftigste jaar: het Jubeljaar, zodat elke familie, elke generatie en elke stam van Israël rust zou krijgen, en alles weer zou terugkeren naar hoe Hij het bedoeld had.


Zes is bijna zeven, maar net niet. Het mist ‘de rust’, zou je kunnen zeggen. Het getal 6 staat in de Bijbel dan ook voor iets dat net niet volmaakt is. Het is niet voor niets dat God de mens schiep op de zesde dag. Hij maakte hem ‘bijna goddelijk[Psalm 8:6, NBG], maar net niet.


Zonder God kent de mens dus geen rust, mist hij werkelijke shalom in zijn leven. Maar daar denkt de gevallen mens anders over. Vanaf de zondeval wil hij zijn eigen lot bepalen, is hij opstandig tegen God. Als Noach de ark uitgaat en voor de HEER een ​altaar​ bouwt en daarop ​brandoffers ​brengt, verzucht God dat alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, slecht is [Genesis 8:21]. Tot verdriet van de Schepper, die alles zo goed heeft gemaakt.


Met het tweede beest wordt dan ook gedoeld op een manifestatie van de bijna goddelijke mens die meent zich te kunnen meten met de Ontzagwekkende. Evenzo staat het getal 666 voor de mens die met zijn geest, ziel en lichaam zich inbeeldt dat hij de Allerhoogste kan trotseren.


We hoeven het getal van het beest echter niet te ‘berekenen’, zoals het Griekse woord ψηφίζω (psé-fitso) in de meeste vertalingen wordt weergegeven, want het getal is al bekend: 666. Dat is in het Grieks trouwens ook de getalswaarde van het woord ‘beest’. Waar het hier om gaat, is dat we ons laten leiden door de heilige Geest [1 Korintiërs 12:10], zodat we inzicht hebben om het getal van het beest te ‘ontcijferen’, zoals de NBV het treffend vertaalt. Want alleen door de Geest zijn we in staat het beest te ontmaskeren en zijn duistere praktijken aan het licht brengen.


Twee manifestaties


Net als de vier dieren uit het visioen van Daniël, staat het eerste beest symbool voor de wereldmachten die door Satan werden gebruikt in zijn poging om Gods heilsplan te saboteren. En omdat God Zijn heilsplan zou volvoeren via Israël, het volk door Hem geschapen, gemaakt en gevormd omwille van Zijn majesteit [Jesaja 43:7], moest Satan dat volk uitschakelen. Daarvoor zou hij machtige mogendheden gebruiken. Als de ‘overwinnaar van alle volken[Jesaja 14:12] zou hij een bondgenootschap met hen sluiten [Daniël 9:27] en zouden zij, in al hun hoogmoed, bereid zijn om een complot te smeden tegen Gods volk om het te verdelgen, zodat Israëls naam nooit meer zou worden genoemd [Psalm 83:3-5]. Wie weet zou dat duivelse complot zijn geslaagd, als God zelf niet had ingegrepen in mei 1945 [Mattheüs 24:22].


Het tweede beest dat uit de aarde opkomt ziet er heel anders uit dan het eerste beest dat uit de zee oprijst. Het tweede beest ziet er allerminst afschrikwekkend uit, zoals het eerste beest – integendeel – het lijkt op een lam. En dat is ook bewust Satans bedoeling, want zo kan dit tweede beest zich gemakkelijk voordoen als ‘het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt[Johannes 1:29]. Zo kan het tweede beest de argeloze mens moeiteloos misleiden.


Wolf in schaapskleren


Maar ondanks zijn schaapskleren is en blijft het tweede beest een roofzuchtige wolf [Mattheüs 7:15], die spreekt als de draak. Zijn hart is vol list en bedrog en uit zijn mond komt enkel onwaarheid; zijn tong is gespleten, zijn keel een open graf [Johannes 8:44, Genesis 3:1-5; Psalm 5:10]. Zo predikt het keuzevrijheid en zelfbeschikking voor iedereen, maar onder diezelfde noemer laat het miljoenen kinderen vermoorden in de buik van hun moeder. Om maar een voorbeeld te noemen.


Openbaring 13:12 – Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden.


Voor de ogen van het eerste beest oefent het tweede beest diens macht uit. Niet zoals het eerste beest met fysiek geweld en onderdrukking, maar als ‘een engel des lichts[2 Korintiërs 11:14]. En omdat de mensen hun duur bevochten welvaart, vrede en vrijheid menen te danken te hebben aan de verdwenen generaties machthebbers – verbeeld door het eerste beest –, zijn ze opnieuw bereid te geloven in de goede bedoelingen van de nieuwe generatie machthebbers – verbeeld door het tweede beest en zijn beeld – en hen te gehoorzamen.


In Bijbelse tijden hadden de mensen echter andere ervaringen met machthebbers. Zo ook Jeshua en de discipelen. Vandaar dat Jeshua, zonder daarop enige uitzondering te maken, Zijn discipelen voorhoudt:


Mattheüs 20:25Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken.


Dat de verdwenen generaties machthebbers een oneindig spoor van onschuldig vergoten bloed achter zich hebben gelaten, lijkt niet of nauwelijks meer door te dringen tot de mensen. Ook niet in Europa, terwijl dat continent toch de bakermat is van de christelijke vervangingsleer, de inquisitie, de kruistochten, de pogroms en de Holocaust. Maar met de oprichting van de Europese Unie lijkt de dodelijke verwonding, die de Tweede Wereldoorlog het Avondland had toegebracht, te zijn genezen.


En zo slaagt het tweede beest erin de macht van het eerste beest uit te oefenen en zijn verborgen agenda stapsgewijs te verwezenlijken.


Ongekende prestaties


Openbaring 13:13 – Het (beest) verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde.


We kunnen niet ontkennen dat in deze laatste dagen van de wereldtijden de grenzeloos ambitieuze mens tot zeer veel in staat is, tot ongekende prestaties. In een etmaal vliegt hij de wereld rond, in realtime beleeft hij via zijn smartphone wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt, met enkele muisklikken beschikt hij over grote stromen informatie en middels genetische modificatie kan hij de eigenschappen van gewassen, dieren en zelfs mensen aanpassen, om maar enkele voorbeelden te noemen.


Trots en ingenomen met zichzelf, laat het beest zelfs vuur uit de hemel neerdalen, waardoor het zich nog meer onverslaanbaar waant. Ook daarvan kennen we in onze moderne geschiedenis helaas genoeg voorbeelden. Hoeveel steden zijn er tijdens en na de Tweede Wereldoorlog niet weggevaagd door het vuur van luchtbombardementen?


Maar misschien ziet het vuur dat het beest voor de ogen van de mensen uit de hemel laat neerdalen, nog wel op iets anders. De Griekse tekst geeft mij daarvoor genoeg aanleiding, want die kan ook zo vertaald worden: ‘(…) het liet ook opwinding komen bij de mensen vanwege de dampkring met betrekking tot de aarde.’ En dan brengt deze tekst ons, in deze laatste dagen van de wereldtijden, ineens heel snel bij de alles dominerende klimaatreligie met zijn CO2-hysterie.


Hoe dan ook, het beest imponeert de mensen in woord en daad.


Het beeld


Openbaring 13:14-15 – Het (beest) wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden.


Het beest krijgt met zijn begoocheling en misleidende woorden de mensen zo ver dat ze een beeld gaan maken voor het eerste beest. En dat niet alleen, het tweede beest blaast ook nog eens leven in het beeld, zodat het kan spreken.


Nu wordt in al onze Bijbelvertalingen het Griekse woord εἰκών (ì-koon) vertaald met ‘beeld’. Dat is op zich niet onjuist, maar het kan ook vertaald worden met ‘vertegenwoordiging’. En wordt het dan niet veel duidelijker wat hier eigenlijk bedoeld wordt? Voor het beest wordt een vertegenwoordigend lichaam in het leven geroepen, dat namens het beest spreekt. Doet je dat niet denken aan de Europese Unie, die spreekt namens de Europese lidstaten of aan de Verenigde Naties, de spreekbuis van de volken van deze wereld?


Toen na de Tweede Wereldoorlog de zionistische oproep aan het Joodse volk in ballingschap steeds luider klonk om terug te keren naar het Beloofde Land om zich weer als volk te verenigen, klonken er tegelijk andere pleidooien om zich te gaan verenigen. Zo riepen de geallieerden, kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog, alle volken in de wereld op zich te gaan verenigen teneinde nieuwe oorlogen en conflicten te voorkomen. Enkele jaren later klonk de oproep aan de Europese landen om zich te gaan verenigen en te gaan samenwerken. Maar ook de christelijke kerken riepen in 1948 op zich te verenigen in een Wereldraad van Kerken.


En zoals de meeste volken verregaand bereid waren hun zelfstandigheid en soevereiniteit op te geven ten gunste van de Europese Unie of de Verenigde Naties en daarmee het tweede beest in de kaart speelden, zo waren de christelijke kerken bereid om Gods Woord te interpreteren aan de hand van wereldse uitgangspunten, en rolden ze daarmee de rode loper uit voor de antichrist [Openbaring 3:14-18; 1 Johannes 2:22].


Is het niet opvallend dat uitgerekend de organisaties waarin de naties en de kerken zich elk hebben verenigd, zich consequent zeer vijandig hebben opgesteld jegens de Joodse Staat? Vooral in de assemblee van de Verenigde Naties is Israël de permanente zondebok. Geen ander land heeft zoveel anti-resoluties om de oren gekregen als Israël. De Verenigde Naties propageert in haar Handvest ‘komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog’, maar ontzegt in haar vergaderingen het volk, dat daar het meeste onder heeft geleden, stelselmatig een veilig bestaan in zijn eigen land. Voorts erkent ze de ‘territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van een staat’, maar roept ze, onder valse voorwendselen, bij herhaling, de Joodse Staat op om grote gebieden te ontruimen en daarvan afstand te doen ten gunste van zijn vijanden.


Maar op grond van wat Hij bij monde van Zijn profeten heeft beloofd, weten we één ding: God zal niet blijven toezien hoe Israël, in wie Hij Zijn luister toont [Jesaja 49:3], door de vergadering der volken de wet wordt voorgeschreven, wordt gekleineerd en bedreigd.


Jesaja 42:8 – Ik ben de HEER, dat is Mijn naam. Ik deel Mijn majesteit niet met een ander, noch de lof die Mij toekomt met een beeld.


De Verenigde Naties is een wolf in schaapskleren pur sang. Zodra het om Gods volk gaat, spreekt de vergadering der volken met gespleten tong. In hun hoogmoed verzetten de heidenvolken zich tegen God, tegen Zijn volk en tegen Zijn Messías en menen ze veilig te zijn voor Gods wraak, precies zoals koning David drieduizend jaar geleden al voorzegde.


Psalm 2:1-3 – Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en Zijn ​gezalfde: ‘Wij moeten hun ​juk​ afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’


In Jesaja 26:21 lezen we dat aan het einde van de wereldtijden de HEER Zijn woning verlaat om de mensen op aarde voor hun ​wandaden​ te laten boeten. God is woedend vanwege het onschuldig bloed dat op aarde is vergoten. Het is in dat kader dat God Zijn volk dan oproept om zich af te zonderen, zich niet te verbinden met andere naties [Numeri 23:9; Jesaja 26:20; Blijf-waakzaam!].


Openbaring 18:4-5Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: ‘Ga weg uit die stad (Babylon), Mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden.


Het is de hoogste tijd dat Israël deze raad serieus neemt en zijn VN-lidmaatschap opzegt, zodat het ontkomt aan de plagen die de aangesloten volken zullen treffen.


Merkteken


Openbaring 13:16-17Verder liet het (beest) bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf​ en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen.


Iedereen, van jong tot oud, van arm tot rijk, zal (direct of indirect) door het beest worden verplicht om een merkteken te dragen op zijn rechterhand of op zijn voorhoofd. Mensen die dat weigeren wordt het onmogelijk gemaakt om nog iets te kopen of te verkopen.


Het Griekse woord χάραγμα (gárag-ma), dat meestal vertaald wordt met ‘merkteken’, werd in de tijd van Johannes gebruikt voor het brandmerken van slaven. Het brandmerk gaf aan wie de eigenaar was van de slaaf. De mensen die het merkteken van het beest dragen, zijn dus niet langer vrije mensen, maar slaven van het beest, en daarmee zijn eigendom geworden.


De link met het identificatienummer dat de nazi's de gevangenen in Auschwitz op hun linkerarm lieten tatoeëren, ligt voor de hand. Maar zover reikt de macht van het tweede beest niet. Het heeft geen macht om het Joodse volk te gronde te richten, omdat God het eerste beest die macht heeft ontnomen en het tweede beest slechts de macht van het eerste beest kan uitoefenen [Openbaring 13:12; Daniël 12:7].


Het merkteken is het tegenbeeld van het ​zegel​ dat God op het voorhoofd van Zijn volk zal laten aanbrengen [Openbaring 7:3-4]. Dat zegel staat namelijk voor bevrijding, voor een leven in vrijheid [Galaten 5:1]. En in diezelfde vrijheid zal, op Gods tijd, eens heel Zijn schepping mogen delen.


Romeinen 8:19-21 – De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.


Over het merkteken zelf is al veel gespeculeerd. Het komt mij voor dat er al verschillende blauwdrukken van het merkteken in omloop zijn, uiteraard om het ons gemakkelijker te maken of ons te beschermen. En juist omdat het allemaal zo uitnodigend klinkt en het lijkt alsof iedereen eraan meedoet, is het van levensbelang dat we ons laten leiden door de heilige Geest, want alleen dan zijn we in staat de werkelijke bedoelingen achter de misleidende plannen en maatregelen van het beest en zijn beeld te onderscheiden [1 Korintiërs 12:10].


Alleen door de Geest zijn we in staat om tijdig een grens te trekken, om geen meeloper te worden met de wetteloze mens, om geen discipel te worden van de antichrist en geen slaaf te worden van het beest. Voor de één zal dat moment eerder komen dan voor de ander, maar allemaal zullen we de gevolgen ondervinden van onze principiële keus niet (langer) te buigen voor het beest en het beeld.


Ondernemers die het merkteken weigeren zullen het gaandeweg moeilijker krijgen en misschien wel genoodzaakt worden op enig moment hun business te staken en hun kantoren en winkels te sluiten. Maar ook werknemers die het merkteken weigeren zullen geleidelijk aan problemen ondervinden op hun werk en in hun carrièremogelijkheden beperkt worden. Allen die het merkteken weigeren te dragen zullen niet langer hun inkopen kunnen doen zoals gebruikelijk en niet langer meer volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving.


Johannes 15:18 Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze Mij eerder haatte dan jullie.


Het merkteken, dat gaandeweg zijn vorm gaat krijgen, zal stapsgewijs scheiding maken tussen de mainstream en zijn meelopers en degenen die alleen voor de HEER ontzag hebben en zich niet schamen voor Jeshua en Zijn woorden [Deuteronomium 6:13; Marcus 8:38].


Openbaring 14:12 – Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jeshua.


Elke nieuwe crisis – reëel of gefingeerd – zal dit proces van verdeel-en-heers versnellen. Hoe groter de vermeende impact van de crisis – bestaand of denkbeeldig –, des te ingrijpender de maatregelen die het beeld, namens het beest, aan de mensen zal opleggen, maar ook des te gewilliger de meeste mensen zullen zijn om ze op te volgen. Zeker wanneer het merkteken de gehoorzame onderdaan recht geeft om een stukje van zijn afgenomen vrijheid te herwinnen of iets van zijn inbeslaggenomen eigendom terug te krijgen. Want gehoorzaamheid aan het beeld zal worden beloond. Tegelijk zal de alsmaar kleiner wordende groep die weigert het beeld te gehoorzamen en zich niet onderwerpt aan het beest, op alle mogelijke manieren worden buitengesloten.


Tijdens de coronajaren hebben we daarmee voor het eerst kennis gemaakt. Voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst, als we serieus acht slaan op de nobel klinkende, maar intrinsiek misleidende plannen die het beeld heeft klaarliggen om ‘een betere en duurzamere wereld’ te krijgen. We mogen nooit vergeten dat het beeld slechts de woorden spreekt van het beest, dat op zijn beurt slechts de woorden spreekt van de draak, de duivel, ‘de vader van de leugen[Openbaring 13:11, 14-15, Johannes 8:44], en dat deze leugens onafgebroken worden gepredikt en gepropageerd door zijn media-lakeien.


De mensen die voor het beest neerknielen en die zijn merkteken dragen zullen – in tegenstelling tot wat hen is beloofd – geen rust vinden, overdag niet en ’s nachts niet. Ze zullen ‘de wijn van Gods woede (…) onverdund’ moeten drinken en als gevolg daarvan worden getroffen door ‘een kwalijk en boosaardig gezwel [Openbaring 14:9-11, 16:2 NB].


Maar zij die het zegel van de levende God dragen en die door hun geloof deel hebben gekregen aan de belofte, wacht rust, wacht shalom [Micha 7:20; Handelingen 2:39]. Als het Koninkrijk van God is aangebroken mogen zij wonen ‘in een oase van ​vrede, een veilige woonplaats, een oord van ongestoorde rust’, zoals Jesaja mocht profeteren [Jesaja 32:18], en dan zullen ze het volgende spotlied aanheffen op het beest, zijn beeld en zijn merkdragers:


Jesaja 14:4:7 – Het is gedaan met die slavendrijver, gedaan met zijn dwingelandij. De HEER heeft de stok van de goddelozen gebroken, de ​scepter​ van de heersers, die de volken sloeg met woedende slagen, zonder eind, die hen belaagde met zijn toorn, zonder maat. Overal op aarde is rust en ​vrede, vrolijk gejubel weerklinkt.


Bas van Twist, februari 2023 (laatste bewerking)


6.846 weergaven3 opmerkingen
bottom of page